Wist u dat u bij langere paardentransporten moet beschikken over een VLD-certificaat?
Het voertuig dient een inrichtingskeuring door de RDW ondergaan. Deze inrichting moet voldoen aan de eisen, die zijn gesteld in Verordening (EG) NR. 1/2005. In dit geval moet de paardenwagen voorzien zijn van een systeem voor de bewaking van de temperatuur, en van een systeem voor de registratie van de temperatuurgegevens. Dit doet TraSec door middel van temperatuur sensoren te plaatsen. De temperatuur in de paardentrailer moet altijd tussen de 5 °C en 30 °C zijn.
Hierbij stuurt TraSec automatisch een waarschuwing naar de bestuurder wanneer de minimum- of maximumtemperatuurgrens wordt bereikt. Elke sensor dient een alarm in werken te stellen. De werking wordt gecontroleerd door een van de temperatuur sensoren te simuleren met koelspray of föhn. De bestuurder moet altijd een waarschuwing ontvangen, ook indien hij zich niet in de wagen bevindt. Dit doen wij door middel van het automatisch toezenden van een sms-bericht.